3/ Beschouwingen bij "De psychologie van het Totalitarisme" van Mattias Desmet
Deel 1: Wetenschap en haar psychologische effecten - Hoofdstuk 2: Wetenschap en haar praktische toepassingen.
Inleiding van De Psychologie van het totalitarisme
Deel 1: Wetenschap en haar psychologische effecten:
hoofdstuk 1 Wetenschap en ideologie
hoofdstuk 2 Wetenschap en haar praktische toepassingen
hoofdstuk 3 De kunstmatige maatschappij
hoofdstuk 4 Het onmeetbare universum
hoofdstuk 5 Het verlangen naar een meester
Deel 2: Massavorming en totalitarisme:
hoofdstuk 6 De opkomst van de massa
hoofdstuk 7 De menners van de massa
hoofdstuk 8 Complot en ideologie
Deel 3: Voorbij het mechanistisch wereldbeeld:
hoofdstuk 9 Het dode versus het levende universum
hoofdstuk 10 Materie en geest
hoofdstuk 11 Wetenschap en waarheid
hoofdstuk 2: Wetenschap en haar praktische toepassingen
In het vorige hoofdstuk werd aan de hand van de paralysis of analysis-fallacy het vertrouwen in de wetenschap afgebroken. Dat is een soort van variant op JAQing off (just asking questions) ...
Op zich is dit geen opmerkelijk hoofdstuk. Men zou kunnen stellen dat we hier een versie van de idee van de Verlichting en het daaruit voortgekomen denken krijgen waarbij het lijkt alsof de mens(heid) immer streeft naar vooruitgang, deze vaak ook realiseert, doch even goed problemen in het leven roept.
Het klopt, wetenschap is niet alwetend en probeert dat ook nooit te zijn. Men kan aannemen dat de man in de straat die vaak onderhevig is aan het Dunning-Kruger-effect gelooft dat wetenschap "het weet", en met zekerheid dingen kan vaststellen. Alleen geloven (goede) wetenschappers dit zelf niet: hoe meer men immers leert over een kennisdomein, hoe meer men begint in te zien dat er nog veel is dat men niet weet en dat de zaken complexer in elkaar zitten dan men zou vermoeden. Vandaar dat echte experts vaak bescheidener zijn in hun claims dan enthousiaste amateurs die zich inlezen in een kennisdomein.
De verlichtings-idee van vooruitgang door kennis, en de poging controle, kennis en inzicht te verwerven in de verschillende schakels in de industriële productie maakt evenwel dat men door de Fordisering van de arbeid (bandwerk waarbij iemand steeds één bepaalde handeling uitvoert zonder nog contact te hebben met het eindproduct of de eindgebruiker) zingevende banden ziet afbrokkelen, waardoor het werk zinlozer wordt en de mens eenzamer in zijn 'bullshit-job'. Dit is inderdaad een niet te onderschatten reëel probleem aangezien het het welbevinden van mensen impacteert: mensen zijn zingevingszoekende wezens en op deze wijze is de zingeving vaak ver te zoeken. De opsplitsing, standaardisering, formalisering en regulering van deeltaken van arbeid durft soms al eens te leiden tot tijdsverpillende kafkaëske toestanden, doch gelukkig is dit niet overal van toepassing, en evenmin op iedereen.
Het lijkt er ook op dat Desmet hier te veel negatieve focus legt op de vooruitgangsidee zelf, in plaats van één van haar recente symptomatische ideologieën: het neoliberale kapitalisme. Vooruitgang leidt niet noodzakelijkerwijs tot dit soort misstanden, want vooruitgang zou ook het inzicht kunnen aanleveren dat we er als mensen beter aan toe zouden zijn met minder werkdruk. Het probleem ligt dus niet zozeer bij de idee van vooruitgang zelf, doch eerder van de vormgeving van deze vooruitgangsidee in een immer producerende, controlerende, distribuerende en consumerende en winst genererende mensheid. Het is dit neoliberale kapitalisme, aangedreven door de steeds verderschrijdende industrialisatie die leidt tot deze excessen, niet de vooruitgangsidee zelf.
We lezen ook: "Dit is ongeveer wat we tot nu toe besproken hebben: wetenschap leidde tot een enorm vermogen om via industrialisatie en mechanisatie de wereld te veranderen, maar dat bracht ook problemen met zich mee, in het bijzonder op het vlak van de menselijke verhoudingen. En we moeten daar nog een reeks problemen aan toevoegen die veroorzaakt worden doordat wetenschap - of wat er voor doorgaat - niet altijd 'juist' en betrouwbaar is." Eigenlijk wordt de focus hier verkeerd gelegd. Het is de mens zelf, en dan meer bepaald de mens die middels een geloof in een neoliberaal-kapitalistische vooruitgangsidee de wetenschap heeft aangewend om industrialisatie en mechanisatie mogelijk te maken. Homo lupus homini. Echter, niet iedereen deelt deze neoliberale idee, niet iedere wetenschapper denkt zo. Het is ook fout de wetenschap de schuld hiervan te geven: "de wetenschap" is geen agens (geen handelend wezen of instantie), maar is een middel, een instrument om de vooruitgangsidee vorm te geven, al is het wel een instrument dat makkelijk kan leiden tot ideologische verblinding en dat ook makkelijk gebruikt kan worden om onmenselijke ideeën mee te legitimeren. Hier in dit hoofdstuk wordt er wederom een poging ondernomen om de wetenschap als gedachtengoed in een kwaad daglicht te stellen.
Een gelijkaardige idee m.b.t. de rechtlijnige vooruitgang van het Verlichtingsdenken alsook de wetenschap die hier plots opduikt als "agens" (sui generis) in plaats van middel dat misbruikt kan worden, vinden we ook terug in het artikel van Vicky Iakovou, "On the Misuse of the Concept of Totalitarianism" Existenz 15/2 (2020), 83-87 , hetwelk specifiek gewijd is aan het boek van Desmet. Zij schrijft: "Desmet explains that totalitarianism is the logical consequence of mechanistic thinking and the delusional belief in the omnipotence of human rationality. As such, "totalitarianism is a defining feature of the Enlightenment tradition". [PT 7]. Whereas Arendt undertakes a nuanced investigation of the multiple elements whose crystallization into totalitarianism was contingently brought about by totalitarian movements, Desmet opts for a linear, monocausal and quasi deterministic explanation in which the Enlightenment´s scientific worldview is responsible for the totalitarian regimes of the twentieth century as well as for the technocratic totalitarianism of current times. What is more, there are instances where Desmet's narrative comes close to implying that ideas and worldviews have an agency of their own. According to Desmet, "mass formation and totalitarianism are in fact symptoms of the mechanistic ideology." [PT 147]. Although this claim runs counter to Arendt's approach, the author nevertheless finds an ally in Arendt."
Hierna volgt in het boek van Desmet een deel tekst met enkele voorbeelden van slecht wetenschapsbedrijf met schadelijke gevolgen onder de vorm van enkele medisch-farmaceutische schandalen. Dat deze fouten gemaakt werden ligt niet aan de wetenschap zelf, maar aan de menselijke overmoed en slordigheid, en inderdaad soms ook een overmatig geloof in wat men meten kon. Laat ons wel wezen, vanuit mijn beroep als psychoanalyst en gerechtsdeskundige die zich voor rechtbank en politie bezig houdt met 'waarheidsvinding' word ik vaak geconfronteerd met 'bewijsmateriaal' en heb ik mogen leren hoe zeer men de bewijslast van sommige bewijzen dient te relativeren. In het menselijke domein zijn 'bewijs' en 'waarheid' begrippen die men met de grootste omzichtigheid dient te hanteren, zeker binnen een moreel-ethisch kader. Vanuit mijn werk als psychoanalyst heb ik ook vaak vele reserves bij wat testen pretenderen te meten en te zeggen over een mens, doch het is aan de onderzoeker om hier bescheiden te blijven. Terecht brengt de auteur placebo- en nocebo-effecten aan die het moeilijk maken effecten van medicijnen te evalueren. Dit zet natuurlijk ook een deur open voor diegenen die twijfelden aan de resultaten van de PCR-testen en het onderzoek naar de effecten van het virus en de vaccins.
Deze minachting van de wetenschap maakt de auteur en zijn medestanders zoals Sam Brokken blijkbaar ook nonchalant in het hanteren van wetenschappelijke data en het schrijven van een beargumenteerd stuk, getuige de vele posts van Sam Brokken die er in slaagt artikels aan te brengen als bron die het tegenovergestelde bewijzen van wat hij ermee beoogt te bewijzen. U kan daar vele illustraties van vinden op de website van Tegenwindmolen. Hij deed dit meermaals, o.a. tijdens de parlementaire hoorzitting i.v.m. Covid-19 waar hij zijn standpunten m.b.t. vaccinatie mocht uiteenzetten. We zagen Desmet dit ook doen met het artikel over de validiteit van psychologisch onderzoek (hoofdstuk 1).
Verderop treffen we de redelijk impliciete veronderstelling dat de evolutie van de mensheid in zijn vervlechting met de wetenschap eigenlijk een rechtlijnig evolutieproces zou zijn. Men kan deze visie terugvinden in het boek 'Sapiens' van Yuval Noah Harari.
Daartegenover: een recentere visie betreft die van David Graeber en David Wengrow zoals die terug te vinden is in het boek "The Dawn of Everything: a new history of humanity." Hier krijgen we een mensgeschiedenis voorgeschoteld die duidelijk breekt met deze rechtlijnige gedachte. Desmet lijkt nog uit te gaan van deze enkelsporige rechtlijnige ontwikkelingsidee, al tonen Graeber en Wengrow overtuigend aan dat er op vele wijzen geëxperimenteerd werd met samenlevingsvormen, dat er lokaal vooruitgang kon plaatsvinden terwijl er elders stagnatie of terugval te bespeuren was. De mens wandelt op een bochtig pad met vele aftakkingen en lussen in de tuin der immer splitsende paden. Eigenlijk is dit ook een beetje een stropop-redenering van Desmet: hij valt de huidige menselijke evoluties aan op het feit dat ze rechtlijnig zouden zijn, wat ze niet zijn. Bovendien - zo blijkt verder in het boek - gaat hij op datzelfde élan verder en doet alsof de wetenschap en mensheid in dezelfde rechtlijnigheid gaan verder-evolueren.
In se ontmoeten we in dit hoofdstuk de stelling dat de mens in een immer rechtlijnig evolutieproces vervat zit en zich daarbij bedient van een wetenschapsmodel dat hem naar de afgrond jaagt. Dit terwijl er sinds de replicatiecrisis intussen vele aanpassingen gebeurd zijn in het wetenschapsbedrijf die dergelijke mistoestanden trachten te vermijden. En dit terwijl de mensheid niet rechtlijnig evolueerde en dat ook nooit zal doen. Door deze twee 'omgebogen' lijnen te laten snijden met elkaar krijgen we inderdaad een afgrondelijk beeld voorgeschoteld, maar dat is ook alleen maar omdat de evolutielijnen omgebogen zijn. We zien inderdaad mistoestanden, en het zijn er vele wanneer we de toestand van de natuur en haar bronnen, de mens en zijn behoefte aan zingeving beschouwen. Maar we kunnen dit niet op conto schrijven van de wetenschap en de technologie, wel op het immer voortdenderende kapitalisme en zijn technologisering, een kapitalisme dat alle bronnen en mensen uitput ter realisatie van een gedroomde financiële groei waarbij de mens in zijn illusie om de wereld te begrijpen en controleren dient te merken dat er veel is dat ontsnapt aan zijn begrip en controle.
De mensheid zou ten gevolge van de door Desmet foutief als oorzaak naar voor geschoven "wetenschappelijke dogmatiek" (die een agens blijkt volgens hem) dan gaan "atomiseren" - een begrip van Hannah Arendt - ofte belanden in een "staat van eenzaamheid, afgesneden van zijn natuurlijke context en weggevallen uit sociale structuren en banden, krachteloos door ervaringen van zinloosheid, levend onder wolken die zwanger zijn van een in vorige tijden ondenkbaar destructief potentieel, psychologisch en materieel afhankelijk van de happy few die het niet vertrouwt en met wie het zich niet kan identificeren." Volgens Desmet zijn theorie zullen we hierin in de latere hoofdstukken het elementaire bestanddeel van de totalitaire staat herkennen.
Besluit hoofdstuk 2
Verdere wetenschapsafbraak door deze tijden voor te stellen als technocratisch-mechanistisch waarbij de wetenschap zelf de oorzaak zou zijn van totalitarisme vermengd met een wat naïeve veronderstelling van een immer rechtlijnig evoluerende mensheid. Door deze twee veronderstelling te vermengen met elkaar ontstaat de idee dat we ons allen als blinde lemmings in de zee aan het storten zijn.