“Periplous” of “reisverslag”
Een reeks over geschiedenis, archeologie, pseudo-archeologie, bronnenonderzoek, mythologie, social media, politieke propaganda, conspiracies en gewoonweg nog meer geschiedenis...
Meer informatie over de reeks 'Periplous' en overzicht van de teksten
Medio juni 2023 belandde ik in een digitale konijnenpijp waar ik heden nog deels in vertoef. Het gebeurt vaak dat ik ‘s nachts ronddwaal op het internet... Ik ontmoet de naam van een plaats in een film of een boek, zoek die op op Google Maps, ga naar de Wikipedia-pagina van de betreffende plaats... Dat kan over een gebouw gaan, of de regio waar een bevolkingsgroep woont, een stad, een ancient aanvoelende naam of woord, of een interessante mythe. Soms slaat het onderwerp aan een beland ik in een clickfever die resulteert in tientallen openstaande tabbladen van Wikipedia (best open je die parallel en bouw je meerdere leessporen, zoniet vind je de weg terug nooit meer), earthporn-sessies op Google Maps, speurtochten naar de oudst mogelijke en liefst oorspronkelijke teksten waarin een plaats of naam vermeld wordt, afbeeldingen... En zo surf ik van een archeologisch interessante plaats naar de oudst vindbare archeologische vondsten en teksten over die plaats, de ermee geassocieerde verhalen en mythes, gerelateerde taalkundig interessante klankverschuivingen, narratieven, voorwerpen, gelijkende namen van goden en soms ook architectonische vormen die helpen begrijpen waarlangs mensen en woorden gereisd hebben en hoe woorden en namen van plaatsen en goden doorheen de tijd veranderden, om zo invloeden en migraties trachten te traceren, de geschiedenis van een verhaal te delven... Vaak duurt zo’n Wikipedia-kliksessie een nacht. Of twee of drie nachten... meer niet. Dan is het onderwerp vaak “op”. Meestal is dat omdat ik ergens op een dood spoor beland. Omdat er geen red flag is die hint naar een nog oudere vindbare bron... een open deur naar weer een ouder verhaal. Botsend op een harde rotslaag waarvoorbij speculatie en mythologisering beginnen wegens gebrek aan tastbare info. Doch zoals een ongelovige Thomas blijf ik verlangend naar tastbaar bewijs. Sporen. De gekozen weg in de tuin der splitsende paden die deze hyperlink-labyrinthen op Wikipedia vormen, leiden niet altijd naar informatie die veel verdere vragen ontlokt. Of beantwoordt. Soms zijn er losse eindjes en wordt er verder gegraven en dan duurt het enkele dagen voor ik een einde bereik en ik voldaan ben met de mate van mezelf in te lezen in een onderwerp. Steeds op zoek naar de harde stenen bodemlaag... Horizon Zero. Vaak wordt deze redelijk snel bereikt.
Deze keer echter was ik op één of andere manier tijdens nog eens zo’n clickspree in een click-through rabbithole beland dat z’n gelijke niet kende en waar ik anderhalve maand in ben blijven rondgraven in een schier eindeloos netwerk van gangen… van het ene zijdelingse spoor naar de volgende klankverschuiving, de volgende mythe, een inscriptie, een citaat, een nog oudere bron. De ongekende x’en bleven maar komen, nieuwe deuren naar weer nieuwe labyrinten doken op, de hoeveelheid openstaande tabs in mijn browser bleven groeien... het struikgewas verdichtte en de horizon leek buiten zicht te liggen... nog zoveel te verkennen! Waar was de horizon heen?
De achterliggende gedachten die vormgaven aan elk van deze rabbitholes ontsproten ooit aan de lectuur van The Dreamquest for Unknown Kadath1 van H.P. Lovecraft dat ik lang terug las en waarin Randolph Carter in één van zijn droomreizen of reisdromen een hachelijke reis aanving nadat hij gehoord had van een plaats die Kadath heette. Eerst was deze plaats vooral mythisch, maar eens hij verder reisde langsheen de havens van een onbekende zee, kwam hij op plaatsen waar hij in havenkroegen reizigers ontmoette die beweerden dat ze een handelaar, piraat of zeeman kenden die zei daar ooit geweest te zijn. Naarmate hij verder reisde leek deze plaats echter te worden en tegelijk leerde hij nieuwe namen van nog onbekendere plaatsen, goden, mythes en volkeren kennen. Zo versterkte een reeds oudere romantische exploratie-drang zich en dreef me voort... en de immer terugkerende vormgeving van het narratief dat immer nagejaagd wordt en vorm geeft aan deze propulsie bestaat er telkenmale in dat explorers in oude tijden bij het reizen nieuw en onbekend terrein leerden kennen waarover men hooguit mythisch aandoende verhalen gehoord had. Net het onbekende vormt de bull’s eye, het focuspunt. Misschien het punt van angst, angst voor het onbekende, met de wens het bekend te maken, waardoor het verkennen noodzakelijk wordt? Wo Es war, soll Ich werden, zei Freud. De ethische imperatief van de psychoanalyse. Eens aangekomen op zo’n legendarische plaats zag men hoe het daar werkelijk was en leerde men weer nieuwe verhalen kennen over verder gelegen plaatsen. Dit narratief concept roept dan enkele vragen in het leven die oriënterend zijn bij elk van deze zoektochten: wat zijn de oudste (mythische) verhalen over plaatsen, van wanneer dateren deze verhalen, van waar komen ze, wat is het mentale kader waarbinnen ze ontstaan zijn, hoe zijn ze mee gemigreerd met de volkeren, wat ging er daaraan dan weer vooraf, wat zijn de oudste bronnen, wat was de horizon van de toen bekende wereld? Ik ga steeds op zoek naar de oudste en zo mogelijk originele vorm. Wanneer men bv. schrijft dat Herodotos dat zei, dan wil ik de originele letterlijke tekst lezen. Wanneer men zegt dat Herodotos dat ergens ontleende, dan wil ik die oorspronkelijke bron zien. Spreekt men over een inscriptie, dan wil ik de foto zien. Genoemde plaatsen zoek ik allemaal op, op verschillende kaarten. Zijn er bronnen die het tegendeel beweren, wat schrijven critici? Zijn er nog oudere bronnen indien we de fonetische verschuivingen in rekening brengen, zijn er nog oudere mythes die vormgaven aan de recentere overlevering?
Meer concreet nu: enkele vragen brachten me op het pad van een aangename verkenningstocht naar de oudste geschreven vermeldingen van enkele plaatsen uit de oudheid, de exploraties van De Antieken, het ontstaan van de cartografie, het door elkaar lopen van historiografie en mythografie in de eerste eeuwen na de Greek Dark Ages dat men (weer) over een schrift beschikte. Ik begon uit te zoeken hoe men, vanuit de Antieke Griekse wereld keek naar de wereld rondom. Hoe men deze stapsgewijs verkende, benoemde,… maar ook bevolkte met mythische wezens… En hoe, naarmate de sluier die het onbekende bedekte steeds verder terugschreed, het mythische deels werkelijk werd, en het nieuwe werkelijke weer mythisch. Maar hier en daar, en dat maakte deze zoektocht wel speciaal, waren er reeds verre vage echo’s te horen van iets dat reeds voor enkele moedige reizigers een gerucht moet geweest zijn, maar pas vele eeuwen later echt gekend werd. De vage gensters aan de donkere horizon van de limieten van de onbekende wereld, duister en koud, trachten te traceren tot hun oorsprong, zoeken naar de oudste vermeldingen die de voorbode waren van een latere ontdekking, de oorspronkelijke tekst met eigen ogen zien…
Onderweg raakte ik geboeid door 2 plaatsen, mythische plaatsen die elk gelinkt waren aan een ongelooflijke ontdekkingsreis en een god.
Eén van deze plaatsen wordt gelinkt aan de materiële verklaring voor een mythisch dier, waarvan sporen gevonden werden op een bepaalde plaats, waardoor deze plaats met een hoge waarschijnlijkheidgraad (zowel textueel, cartografisch, historiografisch/literair, als archeologisch en geografisch) aangeduid kan worden als de feitelijke ligging van deze mythische plaats.
Tijdens deze exploraties lukte het me ook een andere, aan de geboorte van een god gelinkte plaats met een hoge graad van aannemelijk terug te lokaliseren op de kaart, ook correcter ditmaal. De mythevorming rond deze twee plaatsen was een product van een onbekende omringende wereld. De ene plaats geeft uiting van een zoeken naar het einde van het bekende, de grens van de terra cognita en de terra incognita. De andere plaats geeft uiting aan de plotsklapse ontdekking dat de reis die men maakte, vooral een “reis terug” was, een reis naar van waar men kwam.
De periplous2, het verslag van mijn omzwervingen, tracht ik nu in een leesbare vorm te gieten. Er wordt getracht zo getrouw en exhaustief mogelijk al de toen geconsulteerde bronnen, gevolgde links en gedachtenkronkels weer te geven in de logica waarmee het klikspoor zich ontwikkelde, dit alles binnen een afgebakend kader: namelijk tussen de brandcatastrofe en de dood van Alexander de Grote, beschreven vanuit Oud-Grieks perspectief.
Wordt vervolgd.