08 De roof van de orakelpriesteressen uit Thebe
Over transmissie en transformtie in de Bronstijd...
“Periplous” of “reisverslag”
Een reeks over geschiedenis, archeologie, pseudo-archeologie, bronnenonderzoek, mythologie, social media, politieke propaganda, conspiracies en gewoonweg nog meer geschiedenis...
Meer informatie over de reeks 'Periplous' en overzicht van de teksten
Het boek waaraan ik werk vertrekt vanuit het gegeven dat er een moment moet geweest zijn dat er geen kaarten bestonden van de toen bekende wereld. Mensen kenden de wereld direct rondom zich, en kenden een beetje van de wereld daarbuiten door lokale verplaatsing zoals handelsreizen en trage of soms plots oprukkende migratie.
De wereld die verder lag, die kenden ze van horen zeggen. Via hearsay, legenden en mythen, geruchten, heroïsche verhalen van jagers, krijgers, sacred men, en reisverhalen van wanderers die verre reizen maakten als een vorm van transformatie en die onderweg, tijdens het overschrijden van bepaalde zones (die “toebehoorden” aan andere (migrerende) volkeren (cfr transgressie) allerhande geologische, natuurlijke en volkskundige dingen ontmoetten, nieuwe technieken, goden en gebruiken.
Soms kon een verre reis maken en daar heroïsche verhalen over vertellen, met daarin nieuwe informatie die de stam nieuwe inzichten gaf, maken dat deze reizigers soms daar waar ze ergens aankwamen en bleven, soms ook nieuwe stamhoofden konden worden.
Zoals Kristiansen en Larsson in The Rise of Bronze Age Society. Travels, transmissions and transformations (2005)1 illustreren aan de hand van hun bespreking van de theorieën van Mary Helms die in haar studies overtuigend aantoonde dat ‘ruimte’ en ‘tijd’ nooit neutrale gegevens waren, en dat ze onder andere een ideologische betekenis hadden in die zin dat horizontale en ook verticale ruimte en afstand een sacrale en boven-natuurlijke betekenis hadden: de afstand die men moest afleggen (of de hoogte die men moest beklimmen) om tot een bepaalde heilige plek te komen, gaf er een kosmologische betekenis aan. De kennis die tijdens zo’ reizen werd opgedaan kon deel gaan uitmaken van een corpus van esoterische kennis die beheerd werd door “specialisten”, mensen die een hoge status hadden in de samenleving omwille van artistieke vaardigheden, kennis van het weer en de jaargetijden, maritieme expedities, jacht, traditionele liederen... niet alleen van de eigen mensen maar ook van buitenstaanders.
"Magische krachten" en heroïsche faam konden verworven worden door verre reizen en expedities te maken en leiders van andere culturen te ontmoeten waarbij ze dan zouden wedijveren over hun kennis en vaardigheden, mythische verhalen en heroïsche daden, en terugkeren met nieuwe vaardigheden en faam, en met esoterische goederen om hun nieuwe verhoogde sociale en rituele status mee te ondersteunen. Ruimte en tijd werden in de traditionele tijd vooral gezien in symbolische en kosmologische termen.2 Kristian en Larson hebben deze inzichten aangevuld met die uit Arnold Van Gennep’s Rites of Passage3.
“Vaak komt het reizen naar verre plaatsen overeen met tijdreizen naar de oorsprong van voorouders, waardoor de voorouders en het mythische verleden een ingrediënt van het heden worden dat door reizen bereikt kan worden en dat aan stamhoofden een historische en heilige status verleent bij hun terugkeer. Ook verbonden met afstand en reizen zijn de avonturen naar en verkenningen van verre landen en vreemde volkeren, het vermogen om het onbekende te overwinnen, zoals in het geval van Odysseus, een archetypische held uit de bronstijd die ver en wijd reisde en naar huis terugkeerde als een wijzer en beter mens, een held.
In de etnografische literatuur variëren motieven voor het reizen, van het bereiken van religieuze training en sacraliteit in rituele centra door befaamde stamhoofden en priesters, via het meenemen van handelsgoederen en prestigegoederen, tot het simpelweg veroveren van het onbekende op zoek naar heldendom en toegang tot nieuwe machtige uitwisselingspartners en -netwerken.
Ze kunnen dus van alles omvatten, van het sturen van jonge zonen naar nabijgelegen religieuze centra van hoge leiders tot het organiseren van verre reizen voor handel en verovering.”4
Er werd blijkbaar al wat meer afgereisd dan men doorgaans vermoed. Om een of andere reden is de idee dat er eigenlijk continue transmissie, handel, migratie en strijd waren, waardoor er continu beweging van volkeren was, niet iets dat breed bekend is of in overweging wordt genomen, of vaak op een eerder verkeerde manier begrepen werd, nl op een hyperdiffusionistische wijze, alsof er maar een ultieme antieke cultuur waar alle kennis z’n oorsprong vond en van daaruit door de eeuwen heen is uitgewaaierd, terwijl er eigenlijk meerdere centra waren op verschillende tijdstippen die informatie uitwisselden, opgang maakten of vervielen, maar wel direct en indirect invloed hadden op elkaar.5 Hyperdiffusionisme wordt in de academische geschiedkundige wereld aanzien als een misvatting.
De belangrijke historische gedocumenteerde grote verkenningsreizen uit de oudheid, dat is het onderwerp van het boek, en bij de opzoekingen die daarbij horen kom ik regelmatig intrigerende verhalen tegen. Zo waren er twee dames die beiden zo'n transformerende reis hebben meegemaakt: de geroofde priesteressen van de tempel te Thebe in Egypte.
Het Homerische wereldbeeld en de omphalos
In de Griekse oudheid verwees oecumene naar de delen van de wereld die bekend waren bij Griekse geografen, onderverdeeld in drie continenten: Afrika, Europa en Azië, doch hier bij Homeros is deze geografie nog niet zo expliciet. Er worden wel landen of streken uit elk van deze continenten genoemd.
Iedere kaart heeft een centrum. Bij Homeros is het centrum van de oecumene - de navel van de wereld of de ὀμφᾰλός (omphalos) - de heilige berg Olympos. Op latere kaarten zal Delphi het centrum van de bekende wereld worden. In het inner sanctum, het heilige der heilige (of aduton), van het Orakel van Delphi stond een stenen navel.
Orakels
Delphi staat bekend als de belangrijkste plaats in geheel het oude Griekenland en het belangrijkste orakel aller Griekse orakels. “Een orakel (afgeleid van het Latijnse ōrāre, “spreken”; in het Grieks: χρησμός, chreismos) verwijst in de eerste plaats naar een uitspraak die onder goddelijke inspiratie werd gedaan, met name in de oudheid. Soms duidt men er de plaats mee aan waar het orakel plaatsvond ("het orakel van Delphi"), of een persoon of bemiddelaar (medium) die beweert over profetische gaven te beschikken en in staat is een door een of meer vermeende godheden ingefluisterde boodschap of wijze raadgevingen te brengen.” en “Hoewel de term vooral met de Griekse mythologie en de religieuze praktijk van de oude Grieken wordt geassocieerd, was het orakel als instelling of praktijk reeds voor de tijd van de Grieken in gebruik. Daarvan getuigen bijvoorbeeld de megalithische tempels van Malta, waarin zich typische orakelnissen bevonden, met een akoestiek die de stem veel luider deed klinken en met wanden in rode oker beschilderd met een typisch spiraalmotief. Voor de Grieken was het orakel bij uitstek het communicatiepunt met hun goden. Het orakel beweerde de wil van een of meer goden weer te geven, en uiteindelijk ook altijd uit te komen, ook al werd het niet altijd correct begrepen en trachtten velen zich eraan te onttrekken.”6
Binnenin het orakel (als plaats), verblijft in het allerheiligste binnenste (aduton) van de orakeltempel het orakel (de persoon die de boodschap (evenzeer ‘orakel’) brengt).
Het orakel orakelde haar orakel in het orakel ;-)
Over deze orakels vernemen we bij Walter Burkert ook dat deze tot ver in de oudheid teruggaan: "Frenzied women from whose lips the God speaks" are recorded in the Near East as in Mari in the second millennium BC and in Assyria in the first millennium BC."6
Dodona7
Binnen de oud-Griekse wereld waren er meerdere orakels actief: het Orakel van Clarus, het Orakel van Patara, het Orakel van Dodona in Epirus, het Orakel van Trophonios nabij Lebadeia, het Orakel van Didyma, het Orakel van Cumae met de Sibille van Cumae. Het oudste orakel van de Grieken was het Orakel van Dodona8 in Epirus9. Daarover lezen we bij Herodotos:
...ze vroegen het orakel van Dodona naar de namen; want deze plaats van waarzeggerij, die beschouwd werd als de oudste in Hellas, was in die tijd het enige.”10
Het ontstaan van het Orakel van Dodona is een verhaal op zich. Men vermoedt dat er reeds van in het 2e millenium v. Chr. cultussen voor de moedergodin Dione11 georganiseerd werden, later werd deze cultus gedeeltelijk vervangen door die van Zeus.12 We lezen hierover bij Herodotos:
“55 Dat heb ik gehoord van de priesters van Thebe13 en wat daarna komt, wordt verteld door de profetessen van Dodona: namelijk dat twee zwarte duiven uit Thebe in Egypte waren komen vliegen, een naar Libië en een naar Dodona; de laatste streek neer op een eik en sprak daar menselijke taal uit, verklarend dat daar een plaats moest zijn waar Zeus waarzeggerij kon bedrijven; de mensen van Dodona begrepen dat de boodschap goddelijk was en daarom richtten zij het orakelheiligdom op. De duif die naar Libië kwam, droeg de Libiërs op (zo zeggen ze) om een orakel van Ammon te maken; dit is ook gewijd aan Zeus. Dat zeiden de priesteressen van Dodona, van wie de oudste Promeneia was en de volgende Timarete, en de jongste Nicandra; ook de andere dienaren van de tempel van Dodona hielden het voor waar.
56 Maar dit is mijn eigen overtuiging hierover. Als de Feniciërs inderdaad de heilige vrouwen wegvoerden en één in Libië en één in Hellas verkochten, dan was volgens mij het deel van wat nu Hellas is, maar vroeger Pelasgia heette, waar deze laatste werd verkocht, Thesprotia; en toen zij daar in slavernij was, richtte zij een heiligdom van Zeus op onder een eik die daar groeide; want het was redelijk dat zij, omdat zij een dienstmaagd van de tempel van Zeus in Thebe was geweest, zich die tempel zou herinneren in het land waar zij naartoe was gekomen. Daarna onderwees ze waarzeggerij, zodra ze de Griekse taal begreep; en ze zei dat haar zus in Libië was verkocht door dezelfde Feniciërs die haar hadden verkocht.
57 Ik veronderstel dat deze vrouwen "duiven" werden genoemd door de mensen van Dodona, omdat ze een vreemde taal spraken, en de mensen dachten dat het de kreten van vogels waren; nu sprak de vrouw wat ze konden begrijpen, en daarom zeggen ze dat de duif menselijke spraak uitsprak; zolang ze in haar vreemde taal sprak, dachten ze dat haar stem de stem van een vogel was. Want hoe zou een duif de spraak van mensen kunnen uitspreken? Dat de duif zwart was, betekent dat de vrouw Egyptisch was.
58 De manieren van waarzeggerij in Thebe in Egypte en Dodona lijken op elkaar; bovendien komt het waarzeggen van het geofferde slachtoffer14 ook uit Egypte. Het lijkt er ook op dat de Egyptenaren de eersten waren die plechtige bijeenkomsten, processies en diensten instelden; de Grieken leerden dit alles van hen. Ik houd dit voor bewezen, omdat de Egyptische ceremonies duidelijk erg oud zijn en de Griekse van late oorsprong..”15
Herodotos illustreert ons hier dat de Grieken opkeken naar de Egyptenaren: Egypte, zowel voor Grieken als voor Egyptenaren zelf, was een bron van menselijke cultuur van een welhaast onmetelijke oudheid, net als deze passage in Herodotos’ Historiai een van de invloeden is op de hyperdiffusionistische dwaling. Door deze quasi mythische elementen te koppelen aan de Griekse orakels kunnen deze ook mee genieten van de faam van de oudere (en dus belangrijkere) Egyptische orakels, … uit Egypte dat door de Grieken als de bron van wijsheid, kennis en beschaving werd gezien. We merken ten andere ook op dat Herodotus niet zegt dat deze vrouwen “sibillen”16 waren.
Dodona is een plaats die reeds vanoudser een rituele of religieuze betekenis heeft. Hoewel de oudste inscripties dateren van 550–500V.Chr.,17 tonen archeologische opgravingen ons dat er artefacten uit de Myceense periode gevonden werden. Cultus-activiteiten zouden er reeds zijn sinds de late bronstijd of de Myceense periode.18 Myceense offers, zoals bronzen voorwerpen uit de 14e en 13e eeuw v.Chr., werden naar Dodona gebracht.19 Archeologisch onderzoek wijst erop dat de cultus van Zeus rond deze tijd zijn oorsprong vond20. Tijdens de post-Myceense periode (ook wel de Griekse donkere eeuwen genoemd) is er weinig bewijs voor activiteit in Dodona, maar in de Archaïsche periode (8e eeuw v.Chr.) werd het contact met Zuid-Griekenland hervat, wat blijkt uit de bronzen votiefgeschenken. Tot 650 v.Chr. fungeerde Dodona als een religieus en orakelcentrum voor noordelijke stammen; pas daarna werd het belangrijk voor de zuidelijke stammen.
In Dodona werd Zeus vereerd als Zeus Naios of Naos (god van de bron onder de eik in het heiligdom, vergelijkbaar met de Naiaden) en als Zeus Bouleus (Raadsheer).21 Volgens Plutarchos was de verering van Zeus in Dodona ingesteld door Deucalion en Pyrrha22.
De vroegste verwijzing naar Dodona komt van Homeros, waarbij alleen Zeus wordt genoemd.
“Koning Zeus,” riep hij, ”heer van Dodona, god van de Pelasgi, jij die ver weg woont, jij die het winterse Dodona in je macht hebt, waar je zieners de Selloi om je heen wonen met hun voeten ongewassen en hun banken op de grond gemaakt - als je me hebt gehoord toen ik eerder tot je bad, en me eer hebt bewezen toen je onheil over de Achaeërs stuurde, schenk me dan nu de vervulling van dit verdere gebed.”23
Er worden geen gebouwen genoemd en de “priesteressen” , genaamd Selloi, sliepen op de grond met ongewassen voeten. In Homerus worden ze dus ook niet écht priesteressen genoemd. Het orakel komt ook voor in een passage over Odysseus, waarin hij vertelt over zijn bezoek aan Dodona. Odysseus' woorden tonen zijn bekendheid met Dodona, zijn erkenning van het belang ervan, en het besef dat het gebruikelijk was om Zeus daar te raadplegen voor persoonlijke kwesties.
Volgens sommige geleerden was Dodona oorspronkelijk een orakel van de Moedergodin, waar priesteressen aan verbonden waren. Deze godin werd elders geïdentificeerd als Rhea of Gaia. Het orakel werd ook gedeeld met Dione. In de klassieke tijd werd Dione elders in Griekenland naar de achtergrond verdrongen en gezien als een aspect van Hera, de gebruikelijke gemalin van Zeus — maar dit gebeurde nooit in Dodona. Veel offer-inscripties die op de site zijn gevonden, vermelden zowel "Dione" als "Zeus Naios".
Volgens sommige archeologen werd pas in de 4e eeuw voor Christus een kleine stenen tempel voor Dione aan de site toegevoegd. Tegen de tijd dat Euripides24 (ca. 480v.Chr. 406v.Chr.) Dodona noemde (fragmentarisch toneelstuk Melanippe)25 en Herodotos (ca. 485 v.Chr. - ca. 425 v.Chr.) over het orakel schreven waren de priesteressen op de site verschenen. Vermoedelijk vond deze ‘roof’ plaats voor of tijdens het leven van Herodotos en Euripides.
Je vraagt het je toch af, hoe zat dat toen? Roofde en verkocht men toen orakelpriesteressen? Waarom? En waarom zou je er kopen? En dan nog dames die men niet eens verstaat?
Zeus’ eik
Het oudste heiligdom van Zeus in Dodona was een eikenboom, met een bron die aan z'n voet ontsprong en waarschijnlijk mephitisch26 was.
De wil van Zeus openbaarde zich door het ruisen van de wind in de dichte bladerkroon, waaraan priesters (Selloi volgens Homeros), en later hun ‘grijsharige priesteressen’ (Peleiades, wat "duiven" betekent), de uitleg gaven. De Peleiaden maakten de wil van de god ook op uit het geruis van een aan de voet van de eik wellende bron, misschien ook uit de klank van een op een voetstuk geplaatst metalen bekken; vlak daarbij stond op een ander voetstuk het beeld van een knaap met een zweep in de hand. Door de veelvuldige winden die in de omtrek van de tempel plachten te waaien, werd de zweep tegen het bekken aangeslagen en het schijnt dat uit de hierdoor voortgebrachte geluiden de wil van de god werd opgemaakt.27
Siwa28
Opmerkelijk is toch deze roof van de priesteressen uit de Thebaanse tempel door de Feniciërs, om deze zussen vervolgens onder te brengen in andere tempels in andere landen. De eerste belandde in Dodona, de tweede geroofde heilige vrouw werd volgens Herodotos naar Lybia gebracht werd, naar een niet door hem nader bepaalde plaats. Dannu Hütwohl stelt dat de plaats in Lybia niet gespecifiëerd werd door Herodotos, maar dat Lloyd deze identificeert als het Orakel van Zeus Ammon29 in de oase te Siwa30. De tempel van Thebe, van waar deze heilige vrouwen geroofd werden, was de primaire tempel die gewijd aan Zeus Ammon, net als die van Siwa.
Lloyd acht het om deze en nog enkele andere redenen aannemelijk dat de 2de heilige vrouw, diegene die naar Lybia gevoerd werd, in Siwa aanbelandde.31 We merken op dat de cultus in de tempel te Dodona op een bepaald moment ook is overgegaan van een cultus voor een moedergodin Dione naar die van Zeus.
Aldus verspreidde de cultus van het orakelen zich over de Levant en the greek realm, net als de namen van de goden. Volgens sommige bronnen stammen de namen van de Griekse goden af van de Egyptische, bekrachtigd door het Orakel van Dodona.
Tegelijk zien we ook een overgang van de verering van vrouwelijke godinnen naar mannelijke goden. Behalve in Dodona dus, het oudste Griekse orakel waar zowel Dion (Zeus) als Dione naast elkaar bleven bestaan. Er lijkt een link te bestaan tussen de roof van de orakelpriesteressen en deze transitie. Was dit waarom de Feniciërs deze vrouwen overbrachten naar Dodona en Siwa, als tandwiel in complex raderwerk dat zulk een soort van transitie mogelijk maakt of teweegbrengt. Wie weet was het op bestelling?
In ieder geval, deze priesteressen maakten een hevige transformatie mee, en werkten misschien wel mee aan een stap in de transformatie van matriarchaat naar patriarchaat.
Tot binnenkort !
Kristiansen, K and Larsson, T (2005), The Rise of Bronze Age Society. Travels, transmissions and transformations, Cambridge: Cambridge University Press
Helms, M. W. (1988). Ulysses’ Sail: An Ethnographic Odyssey of Power, Knowledge, and Geographical Distance. Princeton University Press. http://www.jstor.org/stable/j.ctt7ztj7f
Helms, M. W. (1998). Access to origins. Austin, TX: University of Texas Press. https://utpress.utexas.edu/9780292723740/
A. Van Gennep (1982), Rites of Passage, translated by Monika B. Vizedom and Gabrielle L. Caffee ; with a new introduction by David I. Kertzer. The University of Chicago Press, Ltd., London, p47-48
Kristiansen, K and Larsson, T (2005), p40, eigen vertaling
Walter Burkert (1985), Greek Religion, Harvard University Press, p 116-118
geparafraseerd naar https://en.wikipedia.org/wiki/Dodona
Epirus is een streek in het noordwesten van het oude Griekenland die heden deels in Griekenland, deels in Albanië ligt. https://en.wikipedia.org/wiki/Epirus
Herodotos, Historiai, in On what early Greeks learned from others, 2.50-53; 2.52. https://www.uvm.edu/~bsaylor/classics/hdt.2.50.html Eigen vertaling.
Dione (Oudgrieks: Διώνη, geromaniseerd: Diṓnē, letterlijk 'Zij-Zeus' of δῖος dîos, wat 'goddelijke' betekent) is de naam van vier vrouwen in de oude Griekse mythologie, en één in de Fenicische religie beschreven door Sanchuniathon. Dione wordt vertaald als "Godin", en krijgt dezelfde etymologische afleiding als de namen Zeus, Diana, en andere. De naam Dione is afgeleid van de proto-Indo-Europese gereonstrueerde hemelgod (gedurende het daglicht) met de naam Dyēus. Naar: https://en.m.wikipedia.org/wiki/*Dyēus
Hammond Nicholas (1986). "A History of Greece to 322 B.C.", p. 39: "...Greek gods too, especially Zeus the sky-god, were at home on Mt. Olympus and in Pieria, and the Zeus of Dodona derived his importance from the Bronze Age when he displaced a Mother Goddess and assimilated her as Aphrodite.
Thebe in Egypte, niet het Griekse Thebe waar Oedipus de Sfinx ontmoet.
Er waren twee soorten waarzeggerij op basis van offers, namelijk δἰ ἐμπύρων en ἱεροσκοπία (naar het vuur kijken en de ingewanden onderzoeken); van geen van beide echter is een spoor teruggevonden in Egypte.
Herodotos, Histories, ii 55-58 , eigen vertaling. https://www.perseus.tufts.edu/hopper/text?doc=Perseus%3Atext%3A1999.01.0126%3Abook%3D2%3Achapter%3D55
De sibillen (Σίβυλλαι, pl. van Σίβυλλα) waren profetessen of orakels in het oude Griekenland. Standbeeld in de Tempel van Zeus in Aizanoi, dat een sibille zou voorstellen. De sibillen profeteerden op heilige plaatsen. Een sibille in Delphi werd al in de elfde eeuw voor Christus gedateerd door Pausanias toen hij lokale tradities beschreef in zijn geschriften uit de tweede eeuw na Christus. Aanvankelijk lijkt er slechts één sibille te zijn geweest. Tegen de vierde eeuw v.Chr. schijnen er minstens drie meer te zijn geweest, Frygisch, Erythraeïsch en Hellespontijns. In de eerste eeuw voor Christus waren er minstens tien sibillen in Griekenland, Italië, de Levant en Klein-Azië. Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Sibyl
Lhôte, Éric (2006). Les Lamelles Oraculaires de Dodone. Genève, Switzerland: Librairie Droz. p77
“Er lijken aanwijzingen te zijn voor contact tussen Epirus en de Myceense cultuur uit de vroege en midden bronstijd (voornamelijk keramiek), waarbij de meeste aanwijzingen dateren uit de late bronstijd en naast aardewerkresten ook wapens (zwaarden en dubbele bijlen), gereedschappen en sieraden en import uit Europa en het Nabije Oosten omvatten. Voorwerpen en archeologische overblijfselen op de site van Dodona suggereren dat daar al een soort cultusactiviteit was in de late bronstijd. Er is weinig bewijs voor de donkere periode (1200/1100-730/700 v.Chr.), maar het contact tussen het gebied en steden in Zuid-Griekenland lijkt te worden hervat in de achtste eeuw (met de stichting van Kassopeia in 730-700 v.Chr. door Elis, en nederzettingen door Korinthe, waaronder Ambracia, Anaktorion Epidamnus en Apollonia, 650/630 v.Chr.), en dit wordt ondersteund door het verschijnen in Dodona van bronzen votiefoffers uit het zuiden van Griekenland, daterend uit het einde van de achtste eeuw, en beginnend met de alomtegenwoordige drievoet, maar zich voortzettend door de archaïsche periode om een variëteit aan dierlijke, menselijke en goddelijke afbeeldingen te omvatten.” Eidinow, Esther (2014). "Oracles and Oracle-Sellers. An Ancient Market in Futures". In Engles, David; Van Nuffelen, Peter (eds.). Religion and Competition in Antiquity. Brussels: Éditions Latomus. https://www.academia.edu/6320469 pp. 62–63:
“Hoewel er geen overblijfselen zijn van een Myceens cultusgebouw, hebben opgravingen in Dodona aangetoond dat er vanaf de Myceense tijd een cultus werd beoefend. Myceense offergaven, waaronder bronzen voorwerpen uit de 14e en 13e eeuw werden gebracht...” Constantinidou, Soteroula (1992). "The Importance of Bronze in Early Greek Religion". Δωδώνη: επιστημονική επετηρίς της Φιλοσοφικής Σχολής του Πανεπιστημίου Ιωαννίνων. University of Ioannina. (eigen vertaling)
“...archeologie heeft duidelijk bewijs gevonden dat de cultus van Zeus rond 1200 voor Christus gevestigd was in Dodona.“ Curnow, Trevor (2004). The Oracles of the Ancient World: A Complete Guide. Bloomsbury Academic. ISBN 978-0-7156-3194-2. https://books.google.com/books?id=Kf8uAAAAYAAJ
Kristensen, William Brede (1960). The Meaning of Religion: Lectures in the Phenomenology of Religion. The Hague, The Netherlands: M. Nijhoff. p. 104
Plutarch. Parallel Lives https://classics.mit.edu/Plutarch/pyrrhus.html
Homeros (rond 750 v.Chr.) Ilias, Samuel Butler, Ed. https://www.perseus.tufts.edu/hopper/text?doc=Perseus:abo:tlg,0012,001:16:233 ‘Hom. Il. 16.233’
“Nu wat betreft onze omgang met de goden, die ik van het grootste belang acht: wij hebben er een zeer groot aandeel in. In de zalen van Phoebus zijn het vrouwen die de geest van Loxias verkondigen, en rond de heilige fundamenten van Dodona bij de heilige eik is het het vrouwelijke geslacht dat de gedachten van Zeus doorgeeft aan elke Griek die ernaar zoekt. Ook de rituelen die worden uitgevoerd voor de schikgodinnen en de naamloze godinnen staan niet open voor deelname van mannen; ze floreren volledig in de handen van vrouwen. Zo staan de rechten van de vrouw in onze omgang met de goden.” Euripides. Melanippe. https://academic.oup.com/liverpool-scholarship-online/book/40102/chapter/341288432
stinkend en/of schadelijk, mogelijk door zuur of gas.
Seyffert Oskar (1891). A dictionary of classical antiquities, mythology, religion, literature and art, p196 . zie https://archive.org/details/dictionaryofclas00seyf_0 . Ook in de Suda, een 10de-eeuws Grieks-Byzantijns Lexicion, wordt Dodona vermeld: https://www.perseus.tufts.edu/hopper/text?doc=Perseus:text:1999.04.0006:id=Dodona
Zeus-Ammon is een orakelgod en staat daarmee in de traditie van de profetische godheid Amun-Re. Het belangrijkste heiligdom van de Egyptische god was het beroemde, uitgestrekte tempelcomplex in Karnak, bij Thebe. https://liebieghaus.de/en/antike/head-zeus-ammon
Hütwohl, Dannu J. (2020) Herodotus' Phoenicians : mediators of cultural exchange in the Mediterranean in Rivista di studi fenici : XLVIII, 2020, Roma : Edizioni Quasar, 2020 , 0390-3877 - Casalini id: 4833935 - P. 107-120 - http://digital.casalini.it/4833943
West, S. (1978) Herodotus on Egypt - A. B. Lloyd: Herodotus, Book ii. Introduction, Commentary 1—98. (EPRO 43.) 2 volumes. Pp. xvi + 194; iv + 397; map. Leiden: Brill, 1975, 1976. Cloth, fl. 64, fl. 120. The Classical Review, 28(2), 230–233. https://doi.org/10.1017/S0009840X00228126 ; Specifiek mbt Siwa: p.253-4